top of page

Zomer in Zammelen

Een zwerm distelvlinders is neergestreken op de lindeboom, die in volle bloei staat. Blijkbaar hebben zij het naar hun zin gehad in hun overwinteringsgebied rond de Middellandse Zee, want deze trekvlinder is massaal op de afspraak. Kiezen ze Zammelen uit als kweekplaats voor de volgende generatie, of wordt het Spitsbergen in het hoge noorden? Er waait een zwoele wind die Saharalucht aanvoert uit het diepste zuiden. Achter het tuinmuurtje puurt een kolibrivlinder met zijn lage tong nectar uit de zeepkruidbloemen. Ik surf naar vlindertelling.be en turf mijn eerste waarnemingen.


Het hooi voor de schapen is binnen, maar er wacht een nieuwe corvee die geen uitstel duldt. De hagen moeten geschoren. Wachten op bewolkt en koeler weer is niet aan de orde. De kornoeljehaag is als eerste aan de beurt. Met de grasmaaier verzamel ik het scheersel. Een gedeelte belandt op de composthoop. Met de andere helft mulch ik het perceel koolrabi, spruitkool en savooi, die al dagen naar water staan te snakken. En dus verwen ik ze eerst met een gietbeurt. Een tweetal weken geleden mengde ik blad en stengel van smeerwortel met regenwater in een grote ton. Dit kaliumrijke gier is nu klaar voor gebruik. Mengen met water, gieten en daarna toedekken met gemaaid gras en haagscheersel: de familie Brassica fleurt zienderogen op. Voor ik het besef is weer een werkdag voorbij. Nog driehonderd meter haag te gaan.


De schapen gaan onder het scheermes. Ze spartelen tegen alsof hun laatste uur heeft geslagen, schnabbelen in het heetst van de strijd nog een bietenblad weg uit de moestuin, maar belanden uiteindelijk toch op hun achterste. Vakkundig worden ze uit hun dikke winterjassen bevrijd. Nog even de hoeven kappen, een anti-wormbehandeling, en ze gaan terug de wei in. Het is grappig om zien hoe ze elkaar als wildvreemden aanstaren en met de koppen tegen elkaar opnieuw de rangorde bepalen.



Een snelle blik op de moestuinkalender leert me wat nog kan en niet meer kan. Radijs, knolvenkel en groenlof krijgen een plaats op het perceel van de gerooide aardappelen. In het voorjaar bedekte ik het perceel waarop ‘s winters snijrogge stond, met karton. Langer wachten op regen om hier herfstraap, koolraap en rammenas te zaaien is geen optie meer. En dus wordt het zaak om de zaaigeulen zaaiklaar te maken met uitgebreid gieten, en ze daarna vochtig te houden met natte juten zakken. De watervoorrraad in de grote ton volgt de trend van het grondwater en staat alarmerend laag. Als het niet gaat regenen, wordt gieten met leidingwater in de serre een noodzakelijk kwaad. Om verspilling te voorkomen heb ik ook de grond in de serre met een dikke mulchlaag van stro, gras en smeerwortelblad bedekt.



Op het bed van de snijbloemen gaan zonnebloemen, zinnia’s en cosmos voor de prijs van de allermooiste. Op een lager echelon zingen Afrikaantjes en oost-indische kers de lof van deze langgerekte midzomer. Dahlia’s en gladiolen doen hun stinkende best om binnen enkele weken te schitteren in de rol van laatbloeiers.


Op de holle wegberm achter de tuin is de wilde, spontane natuur aan het feest. Glanshaver en roodzwenkgras liggen uitgeteld na te rijpen op de grond. Van margriet en klaproos is al geen spoor meer te bekennen. Onder koningskaars en vlasbek ligt een tapijt van akkerwinde. Een armada van zweefvliegen, bijen en ander grut hopt van bloem naar bloem. Met de insectengids in de aanslag probeer ik ze op naam te brengen. Maar al snel verdwaal ik in de wereld van de vliesvleugeligen. Wat sprekend op een zweefvlieg lijkt, blijkt in het echte leven een kale fopwesp te zijn. Zeg niet zomaar wesp tegen een roodpootwespvlieg. Op de pagina met de wespvlinders begint het me te duizelen voor de ogen. Ik haak af bij het plaatje van de hommelbijvlieg. En geniet van het live spektakel van opstijgend, zwevend en weer landend insectenvolk.


Het Apollo-programma van de NASA is peanuts. Werner von Braun heeft het afgekeken van de natuur.


De tuinman van Agatha - 15 juli 2019

bottom of page