top of page

Zammelen Zoo

Op de trefdag van Velt en Voedsel Anders in Gent luister ik naar het verhaal van twee Filipijnse vrouwen. In hun dorpsgemeenschap zetten ze zich in voor onderwijs en lokale voedselvoorziening. Maar dat wordt hen zo goed als onmogelijk gemaakt door multinationals die het gemunt hebben op hun landbouwgrond en de bodemrijkdommen erin. Voedselproductie – voor hen van levensbelang, voor ons toch vaak een hobby – moet wijken voor de ontginning van de metalen die in onze iPhones zitten. Toch geven ze de strijd niet op. Respect.


Maar Zammelen roept. Een buurvrouw laat weten dat de ram die bij mijn ooien loopt, met zijn kop in de afrastering verstrikt zit. En wat later het bericht dat het dier zichzelf heeft kunnen losmaken. Hoogste tijd dat ons bokje-op-date naar zijn thuisweide verhuist. Ik lok hem met wat lekkers de laadruimte van de auto in. Na een ritje door een feeëriek Haspengouw onder maanverlichting, maakt hij enthousiast zijn opwachting bij zijn harem en het nageslacht dat hij daar in de herfst verwekt heeft. Afwachten nu of zijn verblijf in Zammelen voor nieuw leven in de wei zorgt.



21 maart: de lente wordt aan huis geleverd. Abrikoos, kerspruim en sleedoorn staan in volle bloei.

Rondom het bijenhotel is het drummen. De mannetjes van de rosse metselbij verdringen elkaar voor de nestingangen, waar de vrouwtjes aarzelend hun kopjes naar buiten wriemelen.

Als er eentje uitvliegt, wordt ze meteen belaagd door verschillende mannetjes. De paring gebeurt ter plekke. Voor mijn voeten dollen ze buitelend door het gras. Geld zou ik geven voor de geluidsband onder deze lust- en liefdesscènes.



Geen happy end voor het egeltje dat plots voor mijn voeten ligt. Pas ontwaakt uit zijn winterslaap ergens onder het strooisel. Te laat geboren vorig jaar, en dus met te weinig vetreserves de winter in gegaan. Het is mager en versuft. Met een pipet geef ik het water te drinken, verwijder drie teken. Als ik het even later wat roerei wil voorzetten, is het dood.


In de holle weg achter de tuin gaat de das lustig verder met de nachtelijke graafwerken. In de berm verschijnen steeds meer putjes en kuiltjes. Een bevriend natuurgids licht een tipje van de sluier. De dassenburcht verderop is momenteel heringericht als kraamkamer, en dus moet meneer das tijdelijk het huis uit. Mevrouw das wil nu even alle aandacht richten op haar kroost.


Als ik ’s avonds moe huiswaarts slof, wacht Katja me op. Soms verdwijnt ze voor een tijdje, maar is daarna dagenlang trouw op post. Ze zit op het muurtje van het terras, kijkt me aan met iets van verleiding in haar ogen, komt naar me toe gelopen. Ik geef haar een aai, zij reageert met kopjes, bedelt om datgene waarvoor ze gekomen is.


Katja heet eigenlijk niet Katja. Het is mijn zelfbedachte naam voor de kat van de buren. Gesteriliseerde kat of kater, ik wil het kwijt zijn. Ik stop mijn gendercase wat lekkers toe uit de koelkast. Hij/zij spint tevreden en verdwijnt in de nacht.



Luc Versmissen - 23 maart 2019

bottom of page