top of page

De Metamorfosen

Terug van even weg geweest uit een koud en winderig zuiden. Ik sta voor het boomspiegeltje rond de kerselaar, waar ik een cirkelvormig pad omheen maaide. Van hieruit vertrekt een doolhof van graspaden doorheen wat eens een keurig klassiek gazonnetje was. Mijn hoofd waait weg naar de wiegende bloemen- en grassenzee, op en neer deinend over een Apulisch hoogteplateau, zo ver het oog reikte. Ik kijk, en zie dravik, kamgras, smalle weegbree, zurkel, koekoeksbloem, vroegeling in zaad, margriet, streepzaad, duizendblad… De duizelingwekkende vergezichten van Italië ruimen plaats voor de verwondering voor wat groeit op de vierkante meters in eigen achtertuin.


Koele dagen en nachten met regen hebben voor een metamorfose gezorgd. Uit de gisteren nog poederdroge aarde komt nu eindelijk het rijtje worteltjes piepen, de vers gezaaide radijzen zijn flink aan de groei, en de aangeaarde aardappelen zijn door hun ruggen heen gegroeid. Een nieuw schoffel- , wied- en hakoffensief dringt zich op: ook het onkruid zit in een groeispurt.


De kleine watertonnen voor de serre zijn tot de rand gevuld. Met behulp van een serie heveldarmen, geactiveerd met eigen zuigkracht, doet het systeem van communicerende vaten feilloos zijn werk. Via kraantjes en een wirwar van vloeidarmen komt het overtollige water terecht in een opwarmton in de serre, of rechtsreeks in de geultjes waarin ik tomaten en paprika’s plant. De 2000 liter-ton onder de tuinloods kan ik nu afkoppelen van de aanvoerpijp, want boordevol regenwater. Er is meer dan genoeg voor een extra gietbeurt in de serre, waar straks de aubergines, komkommer en meloenen hun stekje krijgen.


Op de kweektafels komt langzamerhand wat plaats vrij. De voorgezaaide pronkbonen, knolselder en ingepotte dahlia’s zet ik overdag buiten in wind en zonlicht, zodat ze kunnen afharden voor het definitieve uitplanten. De voorgezaaide maïs en pompoenen lijken er niet echt zin in te hebben: de nog koude nachten en frisse temperaturen overdag doen hen snakken naar warmere dagen.


De eerste echte voorjaarsprimeurs zijn oogstklaar: bloemkool, koolrabi, peultjes en spinazie staan ’s ochtends nog in vollegrond, en ’s middags al op het menu. Worteltjes en rode biet volgen nu snel. We wokken de laatste scheuten en bloemknoppen uit de serre, aangevuld met groene asperge en gebleekte aardpeerscheuten. Als dessert rabarber in al zijn verschijningsvormen: rabarbercrumble, rabarbermoes, rabarberlimonade. Het rijtje aardbeien belooft zoets voor de komende zomeravonden.

Tijd voor een tuinklus die geen uitstel duldt. Erwten en peultjes hebben groeisteun nodig. Ik verwijder het gaas tegen vraatschade door houtduiven en aard het dubbele rijtje aan. In de late winter kapte ik rijshout uit de elzenheg. De takken punt ik even aan en schrank ik als een tentje over de rijen heen, waarna het peulgewas zich rankend een weg naar boven zoekt. Als alles in groei en bloei is, wordt die houtstructuur een soort ruggengraat waar dit stukje tuin gewillig tegenaan leunt. De warrige takkenboel geeft een nostalgische toets en roept herinneringen op aan moestuinen zoals ze vroeger waren.


Er is nieuw leven in het kippenhok. Eén nieuw leven, want het broedproject met de ondergeschoven eieren van andere kippenrassen is in de soep gelopen. Blijkbaar is bij het verwisselen van de eieren toch één oud ei blijven liggen. De kloek is bij het uitkomen van haar eersteling hoger op het nest gaan zitten, met het gekende gevolg. Tokkend en met opgezette pluimen paradeert ze door het hoge gras, met het zwarte murmeltje piepend achter zich aan. De haan kijkt toe en kraait van trots.


De tuinman van Agatha - 12 mei 2019

bottom of page