top of page

Bomen in een nieuw daglicht

Het leek hier meer op een houtvesterij de afgelopen week: bomen geveld, wilgen geknot, vlechten met snoeihout, en gisteren nog met de vrijwilligers van Natuurpunt aan de slag in het natuurgebied van de Netelbroeken in Kortessem.


Het begon dinsdag. Heel de dag tuinbedrijf Daenen op bezoek, met hoogtewerker, hakselaar en vorklift. Na lang wikken en wegen toch afscheid genomen van de twee grove dennen naast het huis. Sorry, Anuna, Kyra, Greta.


Later dit jaar moet er een sleuf gegraven worden richting straatriolering. En sowieso was het tijd voor een nieuw verhaal in dit gedeelte van de tuin. De drie beuken en de Japanse honingboom komen nu in een heel nieuw daglicht te staan. Alleen het sierkerselaartje staat er nu wat in zijn eentje te treuren met zijn hangtwijgen. De plannen voor nieuwe aanplant zitten in de pijplijn.


Hoeft het gezegd dat niets verloren gaat in De tuin van Agatha? Het hakselhout blijft ter plaatse als mulch tegen onkruid. De stammen worden ter plekke verzaagd tot planken en timmerhout. Volgende keer meer daarover.


De knotwilgen langs de schapenweide waren ook aan een beurt toe. Ik knot om de zes, zeven jaar, met tussentijds uitdunnen. Voor deze manier van landschapsbeheer krijg ik een kleine tegemoetkoming van de gemeente Kortessem. Mijn twee mergellandschapen (en de bok op winterdate) doen zich te goed aan de twijgen en de schors van het gekapte wilgenhout. Een welgekomen aanvulling op hun winterrantsoen van biet, korrel en hooi. De kaalgevreten takken zijn nu dé blikvanger van de nieuwe compostbak in de scharrelweide van de kippen.



Ondertussen slinken de wintervoorraden van groenten en fruit. Ik mis pastinaak, schorseneer, knolselder, groenlof,...allemaal 'vergeten groenten' die we rond deze tijd normaal nog oogsten. Maar nu niet, of in mindere mate voorradig wegens de extreem droge zomer van 2018. Gelukkig komt het eerste witloof al piepen en eten we volop van de postelein in de serre. Gisteren rooide ik de laatste winterwortel en prei uit de volle grond.


Veel plezier beleven we nog aan het laatste bewaarfruit. De dieprode Winston-appel kraakt nog als vers onder de tand. De laatste peertjes zijn niet te versmaden. Is het toeval dat heel wat perensoorten van die verleidelijke namen hebben? 's Ochtends savoureer ik een zoetsappige Joséphine de Malines. Om dan later op de dag de tanden te zetten in een exquise fijne Comtesse de Paris. 'Het plezier van de tuinier' is de titel van een tuinboek. Maar al deze edele genoegens zijn onmiskenbaar ook de beloning voor noesten arbeid op den akker.


Tot volgende week?




Luc Versmissen - 24 februari 2019

bottom of page