Er dreigt een opstand onder mijn pluimveestapel. De vijf kippen patrouilleren driftig langs de afsluitdraad. Ze speuren naar een gaatje om aan hun schutskring te ontsnappen. Mijn drie kalkoenen laten luidkeels hun ongenoegen blijken over de nu al weken durende quarantaine. Volgens artikel 3/5 van het KB van 5 mei 2008 betreffende de bestrijding van aviaire influenza, moet het pluimvee, struisvogels uitgezonderd, in lockdown. In dierentaal betekent dat: ophokplicht wegens vogelgriep.
De website van de gemeente maant me aan mijn gevogelte met netten af te schermen van de buitenwereld. Op straffe van boete en met risico van inbeslagname. De netten mogen een maximale maaswijdte hebben van 10 centimeter. Dit alles om te beletten dat eendachtigen zich een toegang verschaffen tot het hok. Hallo, mijnheer de Uil?
In heel België werden tot nu toe onder wilde vogels een twintigtal gevallen gemeld van het vogelgriepvirus H5. Op de kaartjes van het Federaal Agentschap voor de Voedselveiligheid zie ik dat vooral de kuststreek getroffen is. Op de slachtofferlijst de beruchte ‘eendachtigen’: twee rietganzen (2), een kolgans (1), een ekster (1), een fuut (1)… Alle een dikke (groene) bol waard op het verspreidingskaartje. Nog even en het luchtruim gaat dicht voor trekvogels.
Bij professionele pluimveehouders werden twee uitbraken gemeld. Veel ernstiger natuurlijk, omdat het over veel meer dieren gaat. Toch zijn deze megahotspots ook maar een (rood) bolletje waard op het kaartje.
Statistieken voor 2018 geven aan dat er in België 48,1 miljoen stuks pluimvee rondliepen. Die beestjes zijn permanent opgehokt, maar dan in megastallen. In hetzelfde jaar werden hier 305 miljoen kippen geslacht. Vrachtladingen slachtkippen worden jaarlijks aangevoerd uit het buitenland. Massale vogeltrek, uiteraard onder de strengste sanitaire controle.
Vreemd toch dat trekvogels en hobbytelers zo prominent in beeld komen bij de instanties die zich inlaten met de beteugeling van het vogelgriepvirus. Per Koninklijk Besluit moeten mijn vijf huis-en tuinkippen in sanitaire afzondering. Net zoals hun soortgenoten in de industriële pluimveeteelt.
Mijn toompje kippen en kalkoenen snakt naar wat groen en scharrelaarde. Geen virologen of gezondheidseconomen die zich in TV-studio’s uitlaten over verscherping, versoepeling, laat staan inenting van de pluimvogelpopulatie. Geen Ministeriële haan die kraait naar het Dierenwelzijn van mijn leghennen in lockdown. Het Vlaamse Parlement buigt zich intussen over steunmaatregelen voor de professionele pluimveesector.
Mijn kippen zijn boos, heel boos. Ze pikken het niet meer. Na eindeloos heen en weer geloop vinden ze dan toch een gaatje in de afsluiting. Het Rijk van de Vrijheid lonkt. Uitgehongerd storten ze zich op de veldslaroosjes. De Chinese mosterd en het groenlof worden in geen tijd bedolven onder het strooisel, dat dienst moest doen als winterdek. Het preiperk wordt in seconden omgeploegd tot een bouwwerf. Vanuit het kalkoenenhok klinkt aanzwellend protest: zij eisen versoepeling en willen meedoen aan het scharrelfeest.
De avondklok brengt rust. Achter het wintergrijze wolkendek zakt een zon richting horizon. Traag maar doelgericht begeven de ontsnapte vijf zich naar het nachthok. Na de passage langs voeder- en drinkbak, volgt het rituele gebekvecht om het beste plaatsje op de roeststok. En morgen, morgen komt er weer een dag.
De tuinman van Agatha - februari 2021
Comments